Belangenbehartiger
De Woonbond komt op voor de belangen van huurders. We staan voor betaalbare huren, goede woningen in leefbare wijken en sterke huurdersorganisaties. Wat hebben we de afgelopen jaren voor u bereikt?
SuccessenHuurdersorganisaties zijn met de invoering van de Woningwet 2015 gesprekspartner van de gemeente geworden. De gemeente maakt lokale prestatieafspraken met corporaties én met huurdersorganisaties. Als er een gemeentelijke huurdersorganisatie of een platform van meerdere huurdersorganisaties bestaat kan het overleg daar vanuit plaats vinden. Als er nog geen gemeentelijke huurdersorganisatie of samenwerkingsverband bestaat moet er iets georganiseerd worden. Waarschijnlijk zijn er al wel contacten met andere huurdersorganisaties in de gemeente. Dan is dat het uitgangspunt om gezamenlijk te kijken op welke manier de huurdersvertegenwoordiging vorm kan krijgen. Het is verstandig om over het onderwerp wonen en zorg ook contacten te leggen met de Wmo-adviesraad en lokale ouderen- en gehandicaptenorganisaties. Zij kunnen meedenken over de knelpunten en oplossingen bij het aanbod van betaalbare geschikte woningen voor mensen met beperkingen in de gemeente.
Probeer te zorgen voor een vaste overlegrelatie met de gemeente. Het is van belang om goede contacten te onderhouden met de verantwoordelijke wethouder(s), de gemeenteraad en de ambtenaren. Via de ambtenaren kunt u goed worden geïnformeerd over ontwikkelingen, cijfers en rapporten. Heeft u als huurdersorganisatie nog geen contact met de wethouder Wonen? Organiseer dan een kennismakingsgesprek met hem of haar. Verder kunt u gemeenteraadsleden informeren over uw standpunten door in te spreken bij vergaderingen.
Om invloed uit te kunnen oefenen is het belangrijk om met alle gemeenten in het werkgebied te overleggen. Dat is aan de ene kant een goede mogelijkheid om de belangen van huurders beter te behartigen, maar aan de andere kant kost het ook veel tijd. Bovendien is daarvoor extra expertise nodig. Bouw de eigen deskundigheid op door het volgen van opleidingen en trainingen. En schakel externe ondersteuning in (bijvoorbeeld een adviseur van het Woonbond Kennis- en Adviescentrum) om te helpen bij het overlegtraject en bij de voorbereiding op de inhoud.
Een goede afstemming tussen huurdersorganisatie en Wmo-raad is gemakkelijker als iemand in beide organisaties actief is. Wat dat betreft is het uitstekend dat u ook actief wordt in de Wmo-raad. In principe liggen hier geen belemmeringen. Informeer bij de Wmo-raad of er vacatures zijn en welke eisen er gesteld worden aan kandidaat-leden. Veel Wmo-raden stellen bijvoorbeeld de eis dat leden betrokken zijn bij zorg, hetzij uit eigen ervaring, hetzij door ervaringen in de directe omgeving (bijvoorbeeld als vrijwilliger of mantelzorger).
Informeer bij het Wmo-loket van uw eigen gemeente naar de regeling voor woningaanpassingen. Veel gemeenten hanteren een bovengrens, bijvoorbeeld € 6.000,-, bij de toewijzing van een woningaanpassing. Zijn de kosten om de woning geschikt te maken hoger? Dan zal de huurder moeten verhuizen naar een andere woning die wel geschikt is.
Vraag allereerst bij de verhuurder relevante gegevens op, zoals cijfers, rapporten en beleidsnotities. Wellicht kunt u ook bij de gemeente informatie krijgen over de lokale situatie. Zoek daarvoor contact met de gemeenteambtenaar die over dit onderwerp gaat. Als u de meest belangrijke gegevens verzameld hebt, lees ze goed door en bespreek ze binnen de huurdersorganisatie. Waarschijnlijk komen dan nieuwe of aanvullende vragen naar boven die u aan de verhuurder kunt stellen. Verder is het belangrijk om bij bijvoorbeeld de gemeentelijke Wmo-raad en bij bewonerscommissie van complexen waar veel ouderen wonen te informeren welke knelpunten zij signaleren en welke verbeteringen zij wenselijk achten.
De veranderingen in de zorg hebben tot gevolg dat mensen langer zelfstandig moeten wonen en dat zij daar ook zelf verantwoordelijk voor zijn. Hulp daarbij is voor veel senioren waarschijnlijk welkom. Een seniorenmakelaar of verhuiscoach kan mensen begeleiden die naar een kleinere en meer geschikte woning willen verhuizen. Dat kan bijvoorbeeld door hen te informeren over de mogelijkheden, hulp bij het zoeken naar een woning die past bij de wensen en contact te leggen met een verhuisbedrijf. Oudere huurders kunnen hier baat bij hebben, maar ook voor de corporatie heeft het voordelen. Zo komen er meer grotere, eengezinswoningen vrij, waar veel vraag naar is. Zorg als huurdersorganisatie wel dat er naast de seniorenmakelaar ook regelingen zijn waardoor het voor senioren financieel niet (erg) nadelig is om te verhuizen en dat de nieuwe huurprijs niet (veel) hoger is dan de huidige huur.
Door de veranderingen in de zorg worden meer woningen die voorheen onder het verzorgingshuis vielen, nu verhuurd door de zorgaanbieder. Dan zou er, naast de cliëntenraad, een bewonerscommissie opgericht moeten worden om de belangen van de huurders in het complex te behartigen. Een cliëntenraad kan wel overleggen over woonzaken, maar kan formeel niet de belangenbehartiging van de huurders er bij gaan doen, omdat dit onder een andere wet valt. In plaats van twee aparte commissies kunnen deze echter ook samengaan in een ‘bewonersraad’. Een bewonersraad combineert de bevoegdheden van een bewonerscommissie en een cliëntenraad in een woon-zorgcomplex en behartigt de belangen van de bewoners zowel op het terrein van het wonen als de zorg. Dat kan bijvoorbeeld handig zijn als de zorgaanbieder tevens de verhuurder van de woningen is. Eventueel kan hij ook worden toegepast in situaties waarin een woningcorporatie de woningen verhuurt en de zorgaanbieder de zorg levert. Binnen zo’n gezamenlijke bewonersraad kunnen enkele leden zich specialiseren in huurzaken en anderen in zorgzaken.
Uw Woonbondconsulent kan u aan de volgende documenten helpen:
Door ernaar te vragen. De Overlegwet geeft huurdersorganisaties en bewonerscommissies het recht op informatie op het gebied van wonen en zorg. Als u problemen verwacht of als uw verhuurder in eerste instantie deze informatie niet wil verstrekken, is het verstandig om hier schriftelijk om te verzoeken. Verder kunt u contact opnemen met de cliëntenraad van de zorgaanbieder. Misschien kan deze u helpen aan (aanvullende) informatie.
U kunt op internet kijken wat er zoal aangeboden wordt en welke voorwaarden gelden om hiervoor in aanmerking te komen. Het aanbod van sociale huurwoningen in een groot deel van Nederland is te vinden op www.woningnet.nl. Sommige regio’s hebben een eigen website waar het aanbod op te vinden is. Anders kunt u de websites van de woningcorporaties in de buurt raadplegen. De website www.woonz.nl heeft een overzicht van beschikbare woningen waar zorg en service geleverd kan worden.
Sociale huurwoningen zijn vooral bedoeld voor mensen met een inkomen tot € 35.739 (2016). Woningcorporaties zijn verplicht jaarlijks 90% van de vrijgekomen sociale woningen aan deze groep toe te wijzen. Het kabinet heeft per 1 juli 2015 tijdelijk de inkomensgrens verruimd door nog eens 10% extra ruimte voor inkomens tussen € 35.000 en € 39.000 te geven. Voor woningzoekenden die aangewezen zijn op zorg geldt de toewijzingsgrens niet, omdat zij vaak geen alternatief hebben in de commerciële huursector of de koopmarkt.
Er kunnen regels zijn voor woonruimteverdeling wie (bij voorrang) in aanmerking komt voor bijvoorbeeld aangepaste woningen. Dit is geregeld in de gemeentelijke huisvestingsverordening of in het beleid van de verhuurder.
Het woningwaarderingsstelsel (WWS) is een puntensysteem waarmee de maximale huurprijs van sociale huurwoningen wordt berekend. Bouwkundige of woontechnische ingrepen aan de woning met het oog op een handicap kunnen leiden tot extra woningwaarderingspunten. Daarnaast geldt voor zorgwoningen een toeslag van vijfendertig procent op het aantal punten. Om de huur voor een zorgwoning op te hogen moet het gaan om een zelfstandige woonruimte, waarbij woongebouw en woning geschikt en bestemd zijn voor mensen met een fysieke beperking. Dit laatste betekent een drempelloze toegankelijkheid en doorgankelijkheid, waarbij alle gangen waar de bewoners doorheen moeten om de eigen woning en andere relevante ruimten in het complex te kunnen bereiken, een minimale breedte van 1,2 meter hebben. Ook moeten er voorzieningen zijn (liften of hellingbanen) bij drempels van 0,02 meter of hoger. Tevens in de huurovereenkomst geregeld zijn:
Een gekoppeld contract is toegestaan als de zorg en het wonen onlosmakelijk aan elkaar gekoppeld zijn. Bij het tekenen van het contract moet bij beide partijen (huurder en verhuurder) duidelijk zijn dat de verlening van zorg en het wonen op die locatie bij elkaar horen. Vaak is er geen verplichting tot de afname van zorg als die niet nodig is. Maar op het moment dat de huurder wel zorg nodig heeft, is hij verplicht om die af te nemen van de zorgaanbieder die in het contract genoemd staat. Overigens kunnen verhuurder en zorgaanbieder dezelfde partij zijn. De keuzevrijheid van de huurder wordt met een dergelijke koppeling beperkt, maar is geoorloofd zolang de zorgaanbieder geen misbruik maakt van zijn economische machtspositie. Hiervan is geen sprake als de zorgaanbieder slechts opereert op een kleine markt.
De zorgaanbieder wil de zorg op een efficiënte manier kunnen aanbieden. Dan is het handig als de mensen die zorg nodig hebben bij elkaar wonen in een complex. Voor het aanbieden van sommige diensten, zoals 24 uur per dag kunnen reageren op alarmoproepen, is het alleen financieel haalbaar als er voldoende mensen gebruik van maken. Voor de huurder kan het handig zijn dat hij minder zelf hoeft te regelen. Bovendien kan het een veilig gevoel geven dat de zorg dichtbij is.
Voor de huurdersorganisatie of bewonerscommissie is het vaak moeilijk om de argumenten waar de zorgorganisatie mee komt op juistheid te controleren. Vraag in ieder geval om een doorrekening en een financiële onderbouwing. Het is aan te raden om op dit punt ook eigen deskundigheid te organiseren door een adviseur in te huren. Een externe adviseur (bijvoorbeeld van het Woonbond Kennis- en Adviescentrum) zou een ‘second opinion’ kunnen uitvoeren.
Geschillen over woonservicekosten kunt u voorleggen aan de Huurcommissie. Ook kan de Huurcommissie een uitspraak doen over de huurprijs van een zorgwoning, waarvoor in het Woningwaarderingsstelsel een aparte regeling geldt. De Huurcommissie kan géén uitspraak doen over zorgservicekosten. Geschillen hierover kunt u aan de rechter voorleggen.
Als u vragen heeft over servicekosten, dan kunt u bellen met de Huurderslijn, de telefonische ledenservice van de Woonbond. Om advies te krijgen, moet u wel lid zijn. Bent u nog geen lid, dan kunt u zich aan de telefoon aanmelden. De Huurderslijn (020-5517755) is bereikbaar op maandag tot en met donderdag van 10.00 tot 13.00 uur en op dinsdagavond van 18.30 tot 20.00 uur. Tijdens vakanties gelden aangepaste openingstijden
Leer van de ervaringen van anderen. Lees over andere zorgcoöperaties, hoe het opgezet, waar de verschillen zitten, wie meegewerkt heeft om het mogelijk te maken. Het is ook goed om contact op te nemen met initiatieven die u aanspreken en waar u meer over zou willen weten. Misschien is een werkbezoek of excursie mogelijk?
De Woonbond komt op voor de belangen van huurders. We staan voor betaalbare huren, goede woningen in leefbare wijken en sterke huurdersorganisaties. Wat hebben we de afgelopen jaren voor u bereikt?
SuccessenVragen over huren of problemen met je verhuurder? Woonbondleden vragen advies bij de Huurderslijn (020-551 77 55).
Een goed geïnformeerde huurder krijgt meer voor elkaar! De Woonbond heeft tientallen brochures over de rechten van huurders en huurdersorganisaties. Je bestelt ze in onze webwinkel.
webwinkel