Regels voor tijdelijke verhuur op de schop

17 januari 2012

Minister Spies van BZK heeft vandaag in een brief aan de Tweede Kamer aangekondigd dat zij de regels voor tijdelijke verhuur onder de Leegstandwet wil versoepelen. De Woonbond vindt het onaanvaardbaar dat de problemen op de koopmarkt worden afgewenteld op huurders.

Man met verhuisdozen

Tijdelijke verhuur heeft immers enkele serieuze nadelen voor huurders. Door schaarste op de woningmarkt worden ook steeds vaker mensen die op zoek zijn naar een permanente woning gedwongen te kiezen voor tijdelijke huur. Bij tijdelijke verhuur onder de Leegstandswet hebben huurders minder huurrechten, zoals bijvoorbeeld het recht op vervangende woonruimte bij gedwongen vertrek.

Woekerprijzen

Een nieuw nadeel als gevolg van de plannen van minister Spies is, dat tijdelijke verhuur ook tegen geliberaliseerde huurprijzen mag gaan plaatsvinden (dus voor huurprijzen van boven de €665,-). Spies wil tijdelijke verhuur onder de Leegstandswet loskoppelen van het Woningwaarderingsstelsel (‘puntenstelsel’) en de huurprijsbescherming, waardoor woningen tijdelijk verhuurd kunnen gaan worden tegen woekerprijzen. Met name in gebieden waar woningen schaars zijn.

Zeven jaar

Daar komt bij dat Spies de maximale periode voor tijdelijke verhuur van woningen die in afwachting zijn van sloop of renovatie, wil verlengen tot zeven jaar in plaats van vijf. Ook zouden woningen bij een nieuwe situatie opnieuw tijdelijk verhuurd mogen worden. Nu wordt per woning slechts eenmaal een vergunning voor tijdelijke verhuur afgegeven door de gemeente. Spies wil ook dat in de Leegstandswet wordt opgenomen dat gemeenten bij het verlenen van de vergunning geen extra voorwaarden morgen stellen.

Zonder extra kwaliteit of huurrechten

Dit alles dient om het voor huiseigenaren die een nieuw huis willen kopen of hebben gekocht, makkelijker te maken om hun nog te koop staande oude woning tijdelijk te verhuren. Maar huurders, en met name starters en woningzoekende op de woningmarkt, worden door deze maatregelen gedwongen om meer te gaan betalen voor tijdelijke woningen zonder dat er extra kwaliteit of huurrechten tegenover hoeven te staan.

Slecht verdringt goed

‘Dit zijn onwenselijke ontwikkelingen op de woningmarkt’, vindt Woonbonddirecteur Ronald Paping. ‘Het risico voor de woningmarkt is dat door dit soort maatregelen “slechte” huurcontracten, zoals tijdelijke verhuur en antikraak, de “goede” huurcontracten eruit gaan concurreren. Diezelfde trend zie je op de arbeidsmarkt. Op deze manier worden de problemen van de koopmarkt afgewenteld op huurders.’ 

Motie Van Bochove en Ortega-Martijn

In een eerdere motie (17 november 2011) deden Van Bochove (CDA) en Ortega-Martijn (CU) het verzoek aan de minister om een breed gedragen commissie in te stellen die moet onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om – zonder af te doen aan de essenties van het huurrecht- voor tijdelijke behoeften huurcontracten af te sluiten voor bepaalde duur. De Woonbond staat positief tegenover zo’n brede commissie.
Maar met haar brief met voorstellen voor het versoepelen van tijdelijke verhuur, neemt minister Spies een wel zeer ruim voorschot op de mogelijke conclusies van zo’n breed gedragen commissie. Overigens zonder die commissie ook daadwerkelijk in te stellen; zij geeft slechts aan in ‘overleg’ te willen treden over dit onderwerp.

 

leegstand
tijdelijke verhuur

De Woonbond is er voor huurders en hun organisaties!

Word nu lid en profiteer van alle voordelen