De LSVb heeft in de Kamernoodinventarisatie van september 2011 geconcludeerd dat er een landelijk tekort is van bijna 30.000 onzelfstandige studentenwoningen. Doordat het aantal studenten nog steeds toeneemt, ziet de LSVb de behoefte aan onzelfstandige kamers alleen maar groter worden. ‘Helaas haalt de minister zelfstandige en onzelfstandige woonruimte door elkaar. Wij leggen dit verschil graag nog eens uit’, aldus Pascal ten Have, voorzitter van de LSVb.
De kamernood in Nederland kan worden bestreden door in te zetten op onzelfstandige wooneenheden, waarvan de corporaties er de komende jaren 16.000 gaan bouwen. Daarom is de LSVb groot voorstander van de herinvoering van huurtoeslag voor onzelfstandige woonruimte. Evenals haar voorganger Donner, wijst minister Spies dit echter af.
In haar brief van 31 januari beroept ze zich op een negatief advies van de landsadvocaat. Invoering van huurtoeslag voor onzelfstandige studenteneenheden van corporatie zou namelijk in strijd zijn met (inter)nationale wetgeving en verdragen. Als onzelfstandige studentenkamers van corporaties in aanmerking zouden komen voor huurtoeslag, zou dit volgens Spies namelijk ook moeten gaan gelden voor studentenkamers van particuliere verhuurders. En dat is nooit de bedoeling geweest.
Extra getroffen door Donnerpunten
Minister Spies wijst er in haar brief op dat studentenhuisvesting beter kan worden gestimuleerd door de extra woningwaarderingspunten voor zelfstandige woningen in schaarstegebieden – in de volksmond Donnerpunten genoemd. Omdat veel studentensteden in deze schaarstegebieden liggen, worden studenten, die doorgaans vaak verhuizen, echter extra hard getroffen door deze maatregel. Een nieuwe huurder betaalt namelijk tot wel 120 euro meer voor een kamer dan zijn of haar voorganger. De LSVb is daarom fel tegenstander van de Donnerpunten. ‘Het kamertekort los je niet op door de huren omhoog te gooien’, aldus LSVb-bestuurslid Jamili Wetzels.
