Koppeling huur- en zorgcontracten
Als de huurder de voorwaarden van het contract niet (meer) nakomt, maakt huurder geen aanspraak op huurbescherming. De verhuurder kan de huurder kan dwingen de woning te verlaten. Een koppelbeding wonen en zorg is niet verboden. Maar een verhuurder moet wel goede argumenten hebben om dit te kunnen opleggen.
Keuzevrijheid staat voorop in de zorg én in het wonen. Mensen moeten dus zelf kunnen kiezen waar en hoe ze wonen en van welke zorgaanbieder ze zorg afnemen. Toch zoeken verhuurders en zorgaanbieders naar mogelijkheden om huur en zorg aan elkaar te koppelen. Bijvoorbeeld omdat een zorgaanbieder investeringen doet om in een complex goede zorg te kunnen leveren, en deze investeringen wil terugverdienen. De zorgaanbieder zou deze investering niet doen als huurders een vrije keuze zouden hebben. Bijvoorbeeld bij kleinschalig wonen voor mensen met een grote zorg- of begeleidingsbehoefte.
Mag een huurcontract gekoppeld aan verplichte afname van zorg? Dat willen huurders, bewonerscommissies en huurdersorganisaties willen vaak weten. En mag een verhuurder, als de huurder geen zorg meer wil afnemen, het huurcontract opzeggen of ontbinden wegens wanprestatie? Deze vragen zijn niet gemakkelijk te beantwoorden. Het hangt af van de specifieke omstandigheden. Er moet in ieder geval sprake zijn van een situatie waarbij wonen en zorg onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Uitspraken rechters
Er is weinig jurisprudentie over gedwongen koppeling van huur- en zorgcontracten.
‘s-Hertogenbosch
In 2006 deed het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch uitspraak in een zaak over woningstichting WSG. Die verplichtte huurders om zorg af te nemen van een specifieke zorginstelling. Een concurrerende zorgaanbieder zag dit als te veel afschermen van de markt, wat in strijd zou zijn met de Mededingingswet. Het gerechtshof oordeelde dat er geen sprake was van een merkbare beperking van de concurrentie. Dit omdat het maar om één woon-zorgcomplex ging. Bovendien was er een duidelijk consumentenvoordeel omdat de 24-uurszorg anders niet tot stand was gekomen.
Leeuwarden
In 2014 deed het gerechtshof in Leeuwarden uitspraak over een gecombineerde woonbegeleidingsovereenkomst en huurovereenkomst. Dit voor een ‘Proef wonen-traject’ voor mensen met psychische problemen. Omdat de huurder de woonbegeleiding niet accepteerde werd de huurovereenkomst opgezegd. Volgens de rechter was de opzegging van de huurovereenkomst terecht omdat beide overeenkomsten zo nauw met elkaar verbonden waren. Stoppen met de woonbegeleiding heeft tot gevolg heeft dat de huurovereenkomst niet in stand kan blijven. De kern van de rechtsverhouding lag volgens het gerechtshof in de zorgbegeleiding naar zelfstandig wonen. Beide overeenkomsten hadden dezelfde ingangsdatum en dezelfde contractduur, met de uitdrukkelijke bepaling dat zij onderling van elkaar afhankelijk zijn.
Standpunt Woonbond
De Woonbond bepleit een zo groot mogelijke keuzevrijheid en is daarom tegenstander van gedwongen winkelnering. Maar we zien ook dat sommige diensten onbetaalbaar worden als niet alle bewoners in de kosten delen. Soms is er een collectief (in plaats van individueel) contract nodig om een dienst aan te kunnen bieden. Bijvoorbeeld alarmopvolging in een (woonzorg)complex. Een zorgorganisatie is alleen in staat om 24-uurszorg voor een complex te regelen als er voldoende mensen gebruik van maken. Je zou per dienst moeten bekijken of het haalbaar is om deze facultatief aan te bieden. Er zijn zeer goede argumenten nodig om keuzevrijheid voor cliënten te beperken.
De huurdersorganisatie of bewonerscommissie, en natuurlijk ook de cliëntenraad, moeten betrokken worden bij deze afweging en argumentatie. Zij moeten daarover de discussie aangaan met de zorgaanbieder en de verhuurder, zodat er niet te gemakkelijk besloten wordt om huur en zorg verplicht met elkaar te verbinden. De huurdersorganisatie, bewonerscommissie en/of cliëntenraad moet dit dus zeer kritisch beoordelen. Het kan verstandig zijn om hierbij een deskundige in te schakelen voor advies.