Wanneer kan ik sociaal huren?
Een nieuw te verhuren woning is een ‘sociale huurwoning’ als de aanvangshuur lager is dan de liberalisatiegrens die op dat moment geldt. De liberalisatiegrens gaat ieder jaar een beetje omhoog. In 2024 ligt de liberalisatiegrens op € 879,66.
Sociale huur bij woningcorporatie
De landelijke overheid heeft invloed op de verdeling van vrijkomende sociale huurwoningen. De minister bepaalt het jaarinkomen dat je maximaal mag hebben om een sociale huurwoning van een woningcorporatie te kunnen huren. Dat inkomen gaat jaarlijks een beetje omhoog. In 2024 is € 47.699 de inkomensgrens voor alleenwonenden. Voor meerpersoonshuishoudens ligt de grens op € 52.671
Klein deel mag naar hogere inkomens
Woningcorporaties moeten minimaal 85% van de vrijkomende sociale huurwoningen verhuren aan huishouden met een lager inkomen dan de inkomensgrens. 7,5% van de woningen mag aan (iets) hogere inkomens worden toegewezen. In lokale prestatieafspraken tussen woningcorporatie, gemeente en huurdersorganisatie mag worden afgesproken dat 15% naar (iets) hogere inkomens gaat.
Voorrangsregels en urgentie
‘Kan ik voorrang of urgentie krijgen?’ Door de vaak lange wachtlijsten voor sociale huurwoningen is dat een populaire vraag onder woningzoekenden. Naar schatting de helft van de gemeenten heeft een huisvestingsverordening vastgesteld. Daar staat in welke woningzoekenden voorrang krijgen. En welke woningzoekenden in aanmerking kunnen komen voor een urgentieverklaring.
Voorrang bij lokale binding
Een gemeente mag bepalen dat de helft van de sociale huurwoningen wordt toegewezen aan woningzoekenden met een lokale binding. Het gaat dan om eigen inwoners of mensen die door werk of opleiding economisch met de gemeente verbonden zijn.
Voorrang voor cruciale beroepen
Een groeiend aantal gemeenten geeft voorrang aan bepaalde beroepsgroepen, zoals onderwijzers, politieagenten en verpleegkundigen. De Huisvestingswet is hier in 2023 voor aangepast. De bedoeling is dat daardoor meer mensen met een cruciaal beroep in de buurt van hun werk kunnen wonen.
Urgentieregels huisvestingswet
Als er een gemeentelijke huisvestingsverordening is, zijn er twee groepen die in ieder geval urgentie kunnen krijgen: mantelzorgers en mensen die in de maatschappelijke opvang (zoals een blijf-van-mijn-lijfhuis) verblijven. Dat is zo geregeld in de Huisvestingswet.
Urgentieregels per gemeente
Daarnaast mag iedere gemeente zelf bepalen welke andere voorrangsgroepen aan de huisvestingsverordening worden toegevoegd. Een gemeente kan bijvoorbeeld besluiten dat er urgentie mogelijk is voor:
- woningzoekenden met een medische indicatie
- gescheiden ouders met jonge kinderen
Wie er urgentie kan krijgen is per gemeente verschillend, al liggen er plannen om landelijk overal dezelfde voorrangsgroepen vast te stellen.
Sociale huur bij commerciële verhuurders
Er zijn géén landelijke regels voor toewijzing van sociale huurwoningen door vastgoedbeleggers. In sommige gemeenten heb je een huisvestingsvergunning nodig om een sociale huurwoning van een vastgoedbelegger te kunnen huren -en krijg je die vergunning alleen als je inkomen onder een bepaalde grens ligt- maar dat is niet overal zo.