Verhuurder laat onderhoud versloffen, wat nu?
De verhuurder moet gebreken aan het gehuurde verhelpen, zodra de huurder dat – schriftelijk – verlangt. Dat staat in de wet (Artikel 206 Burgerlijk Wetboek Boek 7). De boel laten versloffen in afwachting van sloop mag dus niet. Sloop is geen excuus om noodzakelijk onderhoud achterwege te laten.
Minimale ingreep ook toegestaan
Je verhuurder moet de gebreken dus herstellen, maar de wet zegt niet hoe dat moet gebeuren. De wet bepaalt dus niet dat onderdelen van de woning -zoals keukenblok, sanitair, of kozijnen- na een bepaald aantal jaren vervangen moeten worden. De verhuurder kan zich bij het herstel van gebreken beperken tot ‘lap- en plakwerk’. Dat wil zeggen: een minimale ingreep uitvoeren zodat het weer werkt, terwijl complete vervanging wegens slijtage beter zou zijn. Dat lap- en plakwerk kan de verhuurder ook blijven herhalen.
Uitzondering
Er is maar één geval waarin de huurder het ‘herstel van gebreken’ niet kan afdwingen. Dat is wanneer herstel onmogelijk is. Of wanneer het zo duur is dat de uitgaven in wanverhouding staan tot de waarde van het te herstellen woningonderdeel. In de jurisprudentie wordt deze uitzonderingssituatie niet snel geaccepteerd.
Wat kun je doen als herstel uitblijft?
- Huur je bij een woningcorporatie, dan kun je een beroep doen op de klachtencommissie. Elke corporatie is wettelijk verplicht er een te hebben.
- Je kunt ook een procedure starten bij de Huurcommissie. Bij ernstige gebreken aan je woning kun je de Huurcommissie vragen de huur te verlagen.
- Mogelijk kun je ook de gemeente benaderen (vraag dan naar bouw- en woningtoezicht). Misschien wil die een kijkje komen nemen. In ernstige gevallen kan de gemeente de verhuurder op grond van de Woningwet aanschrijven om onderhoud te plegen.
Media inschakelen
Zeker als meerdere huurders dezelfde klachten hebben als jij, kan het ook helpen samen de lokale of regionale media te benaderen.
