Jongeren vaak slachtoffer van woningdiscriminatie

Nederland staat bovenaan in de lijst met Europese landen als het gaat om discriminatie op de woningmarkt. Uit onderzoek van de Fundamental Rights Agency (FRA) blijkt dat bijna 16 procent van de jongeren tussen de 16 en 29 jaar hiermee te maken krijgt. In landen als Duitsland en Frankrijk liggen dat cijfer lager, in sommige Zuid-Europese landen komt het nauwelijks voor. Dat Nederland hier koploper is, toont hoe structureel dit probleem hier speelt.
Verschillende vormen van discriminatie
Discriminatie uit zich in verschillende manieren. Soms maken verhuurders openlijk onderscheid op basis van afkomst of leeftijd, maar vaker gaat het subtieler. Studenten of jongeren met een flexibel arbeidscontract krijgen bijvoorbeeld te horen dat hun inkomen te onzeker is. Ook maken jongeren met een uitkering soms geen kans. Naast de krapte op de woningmarkt, zijn het dus ook oneerlijke selectiecriteria van verhuurders die jonge woningzoekenden beperken in hun kansen op een woning.
Makelaar discrimineert vanwege Wajong uitkering
Onlangs bleek een makelaar in Den Haag een jonge vrouw met een Wajong-uitkering ongelijk te hebben behandeld. De makelaar beoordeelde haar als ‘minder geschikte huurder’ omdat ze een Wajong-uitkering heeft. Het College voor de Rechten van de Mens oordeelde dat er sprake was van verboden onderscheid op basis van sociale status/inkomen. Dit laat zien dat discriminatie op de woningmarkt niet alleen voorkomt, maar ook juridisch kan worden vastgesteld. Toch zei de gemeente weinig mogelijkheden te hebben om dit soort situaties direct te corrigeren.
De krapte op de woningmarkt en de strenge inkomenseisen maken het voor jongeren in Nederland extra moeilijk om een woning te vinden. Bovendien wonen veel jongeren zelfstandig en zijn ze actief op de particuliere huurmarkt, waardoor zij vaker in situaties terechtkomen waarin discriminatie kan optreden.
Wet goed verhuurderschap: een eerste stap
Sinds 2023 geldt de Wet goed verhuurderschap, die gemeenten de mogelijkheid geeft om te handhaven op fout verhuurgedrag en om in bepaalde wijken een vergunningstelsel in te voeren. Dit is een belangrijke stap vooruit, maar de uitvoering verschilt sterk per gemeente. Sommige gemeenten zetten actief handhaving en controles in, terwijl anderen vooral volstaan met het aanbieden van een meldformulier op de website. Voor veel jongeren is de bescherming die de wet biedt daardoor nog beperkt voelbaar.
Beter registreren, onderzoeken en ondersteunen
Om de wet goed te benutten is er meer nodig. Woonbond Jongeren pleit voor hogere budgetten voor gemeenten, landelijke registratie en monitoring van discriminatiegevallen, en actief onderzoek, bijvoorbeeld via praktijktesten. Daarnaast moeten gemeenten jongeren echt horen en helpen wanneer zij bij het gemeentelijke meldpunt aankloppen. Dit moet een duidelijke en laagdrempelige plek zijn, waarbij het zin heeft om naartoe te stappen.