Aanbod betaalbare huurwoningen blijft krimpen

In zijn onderzoek laat Hochstenbach zien dat het aantal sociale woningen al jarenlang afneemt. Dat gebeurt in bijna alle plaatsen in Nederland. Al sinds de jaren tachtig neemt het aandeel aan sociale huur in de totale woningvoorraad af. Aan het eind van de jaren tachtig was 40 procent van de woningen sociale huur, nu is dat nog maar 28 procent.
Afname door sloop en verkoop
Die afname komt door sloop en verkoop door corporaties. Ook lukt het maar niet om voldoende nieuwe sociale huurwoningen bij te bouwen. Maar zelfs als de bouwambities wel worden gehaald, wat nu niet zo is, blijft de voorraad volgens Hochstenbach krimpen.
Regiewet doet tij niet keren
Ook de nieuwe Regiewet voor de Volkshuisvesting gaat het tij niet keren. In die wet is bepaald dat gemeenten waar minder dan 30 procent van de voorraad uit sociale huur bestaat, extra sociale huurwoningen moeten gaan bouwen. Maar steden die méér dan 30 procent sociale huur hebben, hoeven dat juist niet. De verwachting is dat het aantal sociale huurwoningen in die steden dus juist zal teruglopen. Omdat vooral de grote steden (ruim) boven de 30 procent zitten, zal het absolute aantal sociale huurwoningen door de wet naar verwachting juist dalen.
Winstbelasting afschaffen
In zijn onderzoek noemt Hochstenbach ook een aantal mogelijke oplossingen. Meer sociale huurwoningen bouwen is daarvan de meest voor de hand liggende. Hij stelt ook voor om sociale huur voor meer mensen beschikbaar te stellen. Daarnaast, zegt de wetenschapper, moet de winstbelasting voor woningcorporaties worden afgeschaft.
Het onderzoek van de stadsgeograaf is te downloaden van de UVA-website.