Kiezer bepaalt de weg uit de wooncrisis

De wooncrisis is het belangrijkste thema van de aankomende Tweede Kamerverkiezingen. Hoewel er meer problemen zijn die schreeuwen om een oplossing, is het tekort aan betaalbare woningen zo groot dat zowel de kiezer als de politiek beseft dat er nu eindelijk oplossingen nodig zijn. Toch lopen de meningen en ideeën over wat die oplossingen precies zijn, sterk uiteen, blijkt uit de woonplannen van de partijen.
Volkshuisvesting zit muurvast
De afgelopen regeerperiode is er, net als in de periodes daarvoor, weinig tot niets gebeurd om het woningtekort terug te dringen. De minister van Volkshuisvesting sprak graag over grootse plannen en beleid op de lange termijn, maar in de praktijk veranderde er niets voor mensen die hard op zoek zijn naar een woning. Zo kunnen studenten niet uit huis vanwege het kamertekort en blijven ouderen noodgedwongen in een ongeschikte woning wonen. Kortom, de volkshuisvesting zit muurvast, en er lijkt maar geen beweging in te komen.
Er valt wat te kiezen
De volgende regering heeft de taak om daar verandering in te brengen. Daarvoor moeten partijen met heldere ideeën komen om de huidige situatie te veranderen. En er valt op 29 oktober wat te kiezen, want de woonplannen van de verschillende partijen verschillen nogal. Om die reden vroeg de redactie van Huurwijzer, woonmagazine voor huurders, de zeven grootste partijen in de peilingen (op het moment van schrijven, halverwege september) naar hun ideeën over volkshuisvesting. We benaderden de PVV, GroenLinks-PvdA, CDA, VVD, D66, JA21 en de SP steeds met dezelfde vraag:
Waar ligt volgens uw partij de belangrijkste uitdaging op het gebied van volkshuisvesting, en hoe wil uw partij zich in de komende regeerperiode onderscheiden in het aanpakken van de problemen op de huurmarkt?
Vijf partijen reageerden
Vijf van de zeven partijen gaven een reactie op die vraag. Hun antwoorden zijn ongewijzigd overgenomen in dit artikel. Maar de PVV reageerde niet op onze vragen, ook niet na een herinnering. En JA21 liet in een reactie weten, dat het ‘als kleine eenmansfractie’ niet lukte om Huurwijzer van een inhoudelijke reactie te voorzien. Om toch tot een compleet beeld te komen, hebben we daarom op basis van de verkiezingsprogramma’s van de PVV en JA21 geprobeerd een beeld te schetsen van de volkshuisvestingsplannen van deze partijen.
Ten slotte bepaalt de kiezer op 29 oktober de weg uit de wooncrisis.
Wat zeggen de politieke partijen?
De PVV reageerde als enige partij niet op onze vragen. In het verkiezingsprogramma doet de partij in het hoofdstuk ‘Woningen voor de Nederlanders’ zijn plannen voor Volkshuisvesting uit de doeken. ‘Het hebben van een dak boven je hoofd is onbereikbaar én onbetaalbaar geworden. Het is schandalig dat heel normale Nederlanders die keihard hun best doen zo aan hun lot worden overgelaten’, schrijft de PVV.
Daarom wil de partij van Geert Wilders de sociale huren volgend jaar met 10 procent verlagen. Woningcorporaties moeten worden gecompenseerd door voor hen de winstbelasting te schrappen. Ook moeten volgens de PVV de inkomensgrenzen voor betaalbare woningen omhoog, zodat meer mensen daarvoor in aanmerking komen. Woningcorporaties gaan als het aan de PVV ligt veel meer middenhuurwoningen bouwen.
De PVV wil sowieso veel nieuwe woningen. Die moeten zowel binnen bestaande steden als in nieuw te bouwen buurten en wijken komen. Onder andere op het mediapark in Hilversum moeten huizen komen, terwijl de NPO wordt gesaneerd. Daarnaast wil de partij dat statushouders nooit meer voorrang krijgen op sociale huurwoningen, ook niet met urgentie. Duurzaamheidseisen gaan als het aan de PVV ligt van tafel, en procedures rondom vergunningen moeten worden verkort.
‘De grootste uitdaging op het gebied van volkshuisvesting ligt volgens ons bij de wooncrisis die steeds meer mensen raakt: te weinig betaalbare woningen, torenhoge huren en speculanten die woningen wegkapen van starters waarmee ze de prijzen verder opdrijven. Wonen is een grondrecht, maar is de afgelopen jaren steeds meer een verdienmodel geworden. GroenLinks-PvdA wil dat fundamenteel veranderen. Onze partij maakt volkshuisvesting weer een publieke kerntaak. We investeren in de bouw van minstens 100.000 woningen per jaar, met nadruk op betaalbare huur en koop voor de sociale meerderheid.
Daarbij onderscheiden wij ons door de regie terug te brengen naar de overheid: grondspeculatie wordt aangepakt, leegstand belast en opkoopbescherming uitgebreid. We vormen woningcorporaties om in Woningcorporaties Nieuwe Stijl. Zij krijgen meer middelen en de verantwoordelijkheid om voor de sociale meerderheid te bouwen. Daarmee zorgen we dat niet winst, maar betaalbaarheid en kwaliteit centraal staan. Een ruime meerderheid van de nieuwbouw moet betaalbaar zijn, zodat starters, huurders en middeninkomens weer kans maken op een goede woning.
Ook willen we huurders sterker beschermen. Er komt een bovengrens aan huurstijgingen, woekerhuren worden verboden en verhuurders krijgen de plicht hun woningen te verduurzamen. Vaste huurcontracten blijven de norm. Zo bieden we zekerheid en perspectief, en doorbreken we de stilstand die Nederland jarenlang in zijn greep hield.’
‘Iedereen verdient een betaalbaar en passend huis. Daarom zet het CDA de komende jaren vol in op meer betaalbare huurwoningen en stevige huurbescherming.
Elk jaar komen er minstens 100.000 nieuwe woningen bij. Twee derde daarvan is betaalbaar, waaronder 30 procent sociale huur. Ook in het middensegment groeit het aanbod, zodat leraren, verpleegkundigen en politieagenten niet worden weggedrukt naar te dure huurwoningen.
Voor huurders geldt: huren in de sociale sector stijgen niet harder dan de inflatie. Zo blijven woonlasten voorspelbaar en worden extreme huurstijgingen voorkomen.
Daarnaast wordt geïnvesteerd in verduurzaming. Betere isolatie en oplossingen zoals hybride warmtepompen verlagen de energierekening én verhogen het wooncomfort. Subsidies en regels worden eenvoudiger, zodat verduurzaming bereikbaar wordt voor iedereen.
Woningcorporaties krijgen ruimte om meer betaalbare woningen te bouwen en buurten leefbaar te houden. Tegelijkertijd zorgen duidelijke regels ervoor dat malafide verhuur wordt aangepakt en huurders sterker staan.
Het doel is helder: een gezonde huurmarkt waar huren betaalbaar zijn, woningen energiezuiniger worden en starters, gezinnen en ouderen eindelijk weer perspectief hebben op een fijn en betaalbaar thuis.’
‘De grootste uitdaging in de woningmarkt ligt in het terugdringen van het tekort aan betaalbare woningen voor starters en andere woningzoekenden. Jarenlang is er te weinig gebouwd en een wirwar aan regels vertraagt de bouw en ontmoedigt investeringen. Het gevolg: oplopende wachttijden, onbetaalbare huren en mensen die zich klemgezet voelen.
De VVD wil dit doorbreken door de bouwproductie te versnellen en regels te schrappen die bouwen duur en traag maken. Zo wordt de middenhuurregulering afgeschaft, omdat die investeerders afschrikt. Tegelijkertijd komt er een huurindex om excessieve huurstijgingen te voorkomen. Ook moeten tijdelijke huurcontracten opnieuw mogelijk worden, zodat verhuurders meer flexibiliteit hebben en extra woonruimte sneller beschikbaar komt.
Daarnaast zet de VVD stevig in op betaalbare koopwoningen en het bevorderen van doorstroming. Als mensen makkelijker naar een passende woning kunnen verhuizen, komt er meer ruimte vrij voor starters en jonge gezinnen. Zo wordt zowel de huur- als koopmarkt weer bereikbaar en bouwen we stap voor stap aan een woningmarkt die perspectief biedt.’
‘Iedereen heeft recht op een thuis. Een plek waar je vooruit kunt, je leven kunt opbouwen, en gelukkig kunt zijn. Maar starters komen er niet tussen. Jongeren blijven noodgedwongen thuis wonen. Ouderen willen doorstromen, maar vinden geen passende woning. En de wachtlijsten voor sociale huur zijn eindeloos.
D66 kiest voor een doorbraak. Geen pleisters meer, maar een totale aanpak van het vastgelopen systeem. Wij willen fors bouwen, met 10 nieuwe steden. Met een bouwquotum voor meer betaalbare huur- en koopwoningen voor mensen met een middeninkomen.
Zo helpen we doorstroming op gang, zodat sociale huur weer terechtkomt bij de mensen die het écht nodig hebben. Tegelijk zorgen we dat mensen met een hoger inkomen of vermogen eerlijker gaan bijdragen. Zo kunnen woningcorporaties weer investeren in nieuwe woningen en verduurzaming.
Wij willen gemengde wijken. Met minstens 30 procent sociale huur bij nieuwbouw en meer ruimte voor middenhuur. Zo creëren we buurten waar mensen met verschillende achtergronden elkaar ontmoeten.
Veel politici zeggen wel dat zij willen bouwen, maar hebben vervolgens geen plan. D66 wil een échte doorbraak. Dat betekent: vastgeroeste regels loslaten, grondprijzen aanpakken, investeren in infrastructuur, en woningzoekenden eindelijk een stem geven. Samen met alle positieve krachten in ons land. Het kan wél.’
‘Een goed en betaalbaar huis voor iedereen die dat nodig heeft is mogelijk. Maar het wordt woningzoekenden en huurders in Nederland steeds moeilijker gemaakt. Voor honderdduizenden mensen is een betaalbare woning niet te vinden. En de stijging van de huren breekt alle records.
Het is tijd voor Wonen zonder winst. We laten het oude systeem achter ons, waarin beleggers de dienst uitmaken en betaalbaarheid verdwijnt. In plaats daarvan bouwen we aan eerlijke volkshuisvesting die werkt voor iedereen.
Wij zorgen voor één miljoen goede, gezonde, betaalbare huurwoningen erbij. Dat doen we via nieuwbouw, het ombouwen van leegstaande panden, splitsen, optoppen, het terugkopen van te dure huurwoningen en door sloop te voorkomen. Hier schakelen we de beste architecten voor in.
Ook moet er een huurbevriezing komen om de woonlasten te verlagen. Zo houden mensen meer over om te leven, niet alleen om te overleven.
En om zeggenschap terug te pakken moeten alle huurwoningen bij verenigingen ondergebracht worden. Bewoners en toekomstige bewoners moeten meer zeggenschap krijgen over hun huis en buurt.
Om dit te bekostigen richten wij een Nationaal Woonfonds op en investeren 30 miljard euro extra in volkshuisvesting. Want huizen zijn niet voor winst, maar voor mensen om in te wonen.’
JA21 liet in een reactie weten geen tijd te hebben om in te gaan op vragen. In het verkiezingsprogramma gaat de partij wel in op de woningcrisis. ‘Voormalige regeringspartijen doen het nu voorkomen alsof het woningtekort een natuurfenomeen is, maar de grote woningnood is toch echt het gevolg van eigen wanbeleid’, schrijft JA21. De partij wil de woningnood niet alleen oplossen met meer huizen, maar ook met minder mensen. ‘JA21 wil dat de overheid een beleid gaat ontwikkelen om de bevolkingsgroei van Nederland te beperken. Dat betekent onder meer het juridisch verankeren van migratieplafonds en scherpe selectie van arbeidsmigranten en gezinshereniging. Alleen zo is zicht op een oplossing van de structurele woningnood.’
Voor wat betreft het aanbod van huurwoningen, zoekt JA21 de oplossing in deregulering. De partij zet in op ‘het op korte termijn ontgrendelen van de huurmarkt door bijvoorbeeld het toestaan van tijdelijke contracten voor bredere doelgroepen, directe aanpassingen van het woningwaarderingsstelsel, (tijdelijke) fiscale en regeldrukverlichting waardoor binnen enkele maanden een groter, flexibeler huuraanbod ontstaat zonder bestaande huurders te benadelen.’