Alle gemeenten aan de urgentie

De Eerste Kamer moet zich nog over de Wet versterking regie volkshuisvesting buigen, maar in veel gemeenten zijn de gevolgen van de nieuwe wet al volop onderwerp van gesprek. De Regiewet moet ervoor zorgen dat gemeenten, regio’s, provincies en het Rijk beter kunnen sturen op waar hoeveel woningen moeten komen, en voor wie. Dat heeft gevolgen voor het urgentiebeleid.
Dringend een woning
Een van de bepalingen in de nieuwe wet stelt dat alle gemeenten in Nederland een huisvestingsverordening moeten opstellen, waarin een urgentieregeling is opgenomen. Zo’n regeling moet ervoor zorgen dat bepaalde groepen die met spoed een woning nodig hebben, er makkelijker een kunnen vinden. Het gaat bijvoorbeeld om mensen die uitstromen uit opvanglocaties voor geestelijke gezondheidszorg, of mensen die om medische redenen dringend een nieuwe woning nodig hebben. Veel gemeenten zijn al volop in gesprek over de nieuwe wet, terwijl ze de details nog helemaal niet kennen. Bovendien zorgen de aanstaande landelijke én lokale verkiezingen voor extra onzekerheid.
Nu is het nog zo dat lang niet alle gemeenten zo’n urgentieregeling kennen: van de 342 gemeenten in Nederland hebben er 159 een huisvestingsverordening met een urgentieregeling. Dat betekent dat 183 gemeenten aan het werk moeten en zo’n regeling moeten invoeren. Het gaat daarbij vooral om kleinere gemeenten, voor wie het opstellen van zo’n nieuwe regeling een grote extra werklast betekent. ‘Dat zijn niet de gemeenten met een groot ambtelijk apparaat’, zegt André Ouwehand, gastonderzoeker aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. ‘Ze moeten afstemmen met huurdersorganisaties en buurgemeenten. In de Regiewet is ook geregeld dat de provincie er een rol in heeft te vervullen. Dan is de vraag welke uitvoeringsafspraken daaraan zitten. Ze moeten huurdersorganisaties daarop bevragen. Er staat kortom nog heel wat te gebeuren.’
Extra groot belang
Het idee achter het verplicht instellen van urgentieregelingen in alle Nederlandse gemeenten, is dat het de urgent woningzoekenden beter over het land verdeelt. ‘Momenteel kunnen veel urgent woningzoekenden geen beroep doen op een voorrangsregeling’, schrijft het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening op zijn website. ‘Voor bepaalde groepen urgent woningzoekenden, zoals jongeren die uitstromen uit de jeugdzorg, of mensen die uit het beschermd wonen of de maatschappelijke opvang komen, is het van extra groot belang dat zij snel een woning vinden.’
Het ministerie stelt dat dat zorgt voor extra druk op grote gemeenten. ‘Op dit moment kunnen deze groepen vaak alleen met voorrang terecht in de grote gemeenten. Kleinere gemeenten hebben vaak geen urgentieregeling en huisvesten dus ook minder woningzoekenden uit deze groepen. Dat leidt ertoe dat regulier woningzoekenden in grote gemeenten onvoldoende kans op een woning hebben. Dat zet de leefbaarheid in wijken soms onder druk.’
In deze context komt vaak het voorbeeld van Amsterdam voorbij. Daar zouden in 2021 zoveel mensen met voorrang een woning hebben gekregen, dat van de ongeveer 7.000 huurwoningen maar 23 ‘reguliere’ woningzoekenden een woning kregen toegewezen. Ouwehand noemt dat bericht echter onomwonden ‘een hoax’ (zie kader).
Voorrang of urgentie
Om het hardnekkige misverstand uit de wereld te helpen: Amsterdam kent naast voorrang voor woningzoekenden met een urgentieverklaring, behoorlijke veel categorieën die recht geven op voorrang op bepaalde woningen. Het gaat bijvoorbeeld om grote gezinnen, kleine gezinnen, mensen die vanwege renovatie of stadsvernieuwing een andere woning nodig hebben, of mensen die van een grotere sociale huurwoning naar een kleinere verhuizen. Bepaalde woningen zijn met voorrang bestemd voor die groepen. In 2021 waren er slechts 23 woningen waarop mensen uit één van deze groepen niét met voorrang aanspraak op konden maken. Maar dat wil helemaal niet zeggen dat in alle bijna 7.000 overige gevallen een woning daadwerkelijk is toegewezen uit iemand uit een van de vele voorrangscategorieën.
Spoedmodule
Het is overigens ook niet zo dat alle gemeenten die nu geen urgentieregeling hebben, helemaal geen urgent woningzoekenden huisvesten. Zo zijn er veel gemeenten waar het huisvesten van urgent woningzoekenden via de woningcorporaties verloopt. Of er zijn andere oplossingen bedacht. De gemeente Zwolle heeft er samen met kleinere gemeenten in de regio voor gekozen om geen urgentiebeleid te voeren. Zij verloten via een spoedmodule een aantal woningen aan eenieder in de regio die met spoed een woning zoekt.
‘In Zwolle is er expliciet voor gekozen om geen urgentieregeling te hanteren’, legt Marion Grondman uit. Zij is extern adviseur wonen bij de gemeente Zwolle. ‘Dat komt voort uit de wens om ook mensen die in een urgente situatie zitten zoveel mogelijk keuzevrijheid te geven. Normaal gesproken mag je bij een urgentie één keer een woning weigeren, daarna kom je achteraan de rij. Bij ons kiezen alle woningzoekenden zelf op welke woningen ze reageren.’ Daarnaast bemiddelt de corporatie soms wel direct voor een aantal groepen urgent woningzoekenden, zoals statushouders.
Op de schop
Volgens Grondman werkt het Zwolse systeem. ‘Tot nu toe is iedereen best wel tevreden met hoe het verloopt. We krijgen als gemeente bijna geen klachten van mensen die denken dat ze urgent zijn maar geen voorrang krijgen.’
Toch moet ook in Zwolle het systeem vanwege de nieuwe wet op de schop. Niemand weet wanneer de Regiewet wordt aangenomen en ingevoerd en hoe de wet er in detail uit gaat zien. Maar de gesprekken over de gevolgen zijn net als in veel andere gemeenten al in volle gang. ‘We zijn intensief met elkaar in gesprek in de regio over de verdeling van urgente groepen. Bij die gesprekken zitten ook de corporaties en de huurdersorganisaties, zodat de afspraken waar we toe komen gedragen worden. We lopen wel een beetje voor de muziek uit. Vanuit het Rijk is er nog niet op alle onderdelen duidelijkheid. We proberen met de huidige kennis tot afspraken te komen, maar wat je niet weet kun je ook niet afspreken.’
Huurpeil
Dit artikel is verschenen in Huurpeil, vakblad voor de huursector, editie 4 van 2025. Met daarin een dossier over urgentie, een interview met woonactivist Mustapha Eaisaouiyen en artikelen over onder andere verduurzaming in de particuliere huursector, huiselijk geweld en brandveiligheid.