Rekenhuur
Veel huurders van appartementen of flats betalen naast kale huur ook servicekosten. Tot en met 2025 werden vier soorten servicekosten tot de ‘subsidiabele servicekosten’ gerekend. Specifiek die servicekosten telden mee in de rekenhuur. Dat waren:
- schoonmaakkosten voor gemeenschappelijke ruimten
- energiekosten voor gemeenschappelijke ruimten
- kosten voor diensten van een huismeester, flatwacht of buurtconciërge
- kosten voor reparaties en groot onderhoud aan dienst- en recreatieruimten
Ieder van deze posten telde mee voor maximaal € 12. In totaal kon er maximaal € 48 bij de kale huur worden opgeteld om de ‘rekenhuur’ vast te stellen.
Geen subsidiabele servicekosten meer
Per 2026 zijn de regels voor huurtoeslag gewijzigd. De huurtoeslag wordt nu berekend over de kale huur alleen. En dus niet meer over de kale huur plus maximaal 48 euro aan servicekosten.
Door deze wijziging in de regels voor huurtoeslag krijgen veel bewoners van appartementen nu minder huurtoeslag dan voorheen.