Meteen naar de content

Zorgservicekosten

Huren en geld Zorgservicekosten zijn de kosten die een huurder betaalt voor bijvoorbeeld persoonlijke alarmering, huishoudelijke hulp of maaltijdverstrekking. Vaak hebben bewoners van aanleunwoningen en woonzorgcomplexen hiermee te maken.

Een huurder en verhuurder kunnen in het huurcontract afspraken maken over zulke aanvullende leveringen en diensten die worden aangeboden door de verhuurder of een door de verhuurder ingeschakelde (zorg)organisatie. Deze leveringen en diensten staan niet (direct) in verband met de bewoning en zijn daarom wettelijk gezien geen servicekosten.

Verschil woonservicekosten en zorgservicekosten

Het verschil tussen woonservicekosten en zorgservicekosten is van belang, omdat er verschillende regelingen gelden. Zorgservice wordt doorgaans afgesproken op basis van de individuele wensen van de huurder, terwijl woonservice meestal collectief is geregeld. Een conflict over de prijs of kwaliteit van zorgservice kan alleen aan de rechter en niet aan de Huurcommissie worden voorgelegd.

Soms liggen huur, woon- en zorgservicekosten dicht bij elkaar. Bijvoorbeeld bij alarmering. Een alarmeringssysteem dat is ingebouwd in de woning, is een onderdeel van de woning. De kosten van aanleg en onderhoud van zo’n systeem horen daarom van de huur betaald te worden. Een andersoortig alarmeringssysteem kan echter onderdeel uitmaken van de woonservicekosten. Daarentegen horen de alarmbewaking en alarmopvolging juist weer bij de zorgservicekosten.

Voorbeelden zorgservicekosten

Alarmbewaking en –opvolging

Veel zorgwoningen hebben een centraal alarmeringssysteem. Vaak is de receptie van een verpleeg- of verzorgingshuis of serviceflat het meldpunt voor deze alarmering. Hier is 24 uur per dag iemand bereikbaar. Doorgaans zorgt de receptie dat de gewenste hulp na alarmering wordt geregeld. Afhankelijk van de werkwijze kan dat betekenen dat familie, buren of kennissen worden gewaarschuwd of dat een medewerker van de zorginstelling bij een bewoner gaat kijken en zo nodig eerste hulp biedt.

De belangrijkste kosten van de alarmbewaking en -opvolging zijn de personeelskosten voor de receptie en voor de medewerker die de alarmopvolging uitvoert. Van belang is dat de zorginstelling een goede registratie maakt van de arbeidsuren die gemoeid zijn met de alarmbewaking en -opvolging. Dit verschaft een juist inzicht in de daadwerkelijk gemaakte kosten. Doorgaans worden niet alleen de daadwerkelijke ingezette arbeidsuren doorberekend, maar is in de berekening ook een bedrag is opgenomen voor de 24-uurs beschikbaarheid. De vastgestelde bedragen worden verdeeld over het aantal aanleun-/zorgwoningen, waarbij rekening kan worden gehouden met de samenstelling van het huishouden (één- of meerpersoons).

Maaltijdvoorziening

Er bestaan verschillende soorten maaltijdvoorzieningen. Bezorging van maaltijden aan huis kan in de vorm van diepvriesmaaltijden voor een hele week, koelverse maaltijden voor enkele dagen of dagelijks een warme maaltijd via een maaltijdservice. Er is vaak ook een mogelijkheid om te eten in het restaurant van een nabijgelegen verzorgingshuis of in een wijkrestaurant. Tegenwoordig is het bij alle vormen gebruikelijk om per maaltijd te betalen. Soms is een kortingsregeling van toepassing. Om gebruik te kunnen maken van een bepaalde maaltijdvoorziening is in sommige gevallen een indicatie nodig. Die komt van het Centraal Indicatieorgaan Zorg (CIZ) of van de gemeente, die een bijdrage betaalt vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

Aanvullende zorg of overbruggingszorg

Sommige verzorgingshuizen bieden als extra service meer zorg voor een beperkt aantal uren aan bijvoorbeeld bewoners van aanleunwoningen. Deze aanvullende of overbruggingszorg kan ingezet worden als door de wachttijden thuiszorg niet meteen mogelijk is of bij tijdelijke gezondheidsproblemen. Voor de overbruggingszorg wordt vaak een vast bedrag aan personeelskosten in rekening gebracht via de servicekosten. Het bedrag is afhankelijk van de soort zorg en het aantal uren zorg dat op jaarbasis wordt aangeboden.

Recreatieve activiteiten

Verzorgingshuizen organiseren vaak recreatieve activiteiten voor bewoners van de instelling en aanleunwoningen. Soms staan de activiteiten ook open voor ouderen uit de buurt. Voorbeelden van activiteiten zijn koffieochtenden, muziek- en zangbijeenkomsten, spelletjesavonden en vakantie-uitstapjes. Zorgorganisaties moeten de bewoners altijd keuzevrijheid bieden of ze van die diensten gebruik willen maken. Voor alle bewoners een vaste prijs voor deelname aan activiteiten opnemen in de servicekosten mag dus niet zomaar. In dat geval moet altijd de cliëntenraad of bewonerscommissie om advies worden gevraagd. Als activiteiten op vrijwillige basis worden aangeboden, kunnen bewoners zelf beslissen of zij willen deelnemen aan én betalen voor een bepaalde activiteit.

Gebruik voorzieningen verzorgingshuis

Veel verzorgingshuizen bieden bewoners van aanleunwoningen de mogelijkheid gebruik te maken van de aanwezige voorzieningen, zoals kapper, pedicure, logeerkamer voor gasten, was- en linnenservice. Soms is er sprake van betaling van de werkelijke kosten. Soms vraagt het verzorgingshuis een maandelijkse basisbijdrage voor alle bewoners van de aanleunwoningen, waarna bewoners tegen een gereduceerde prijs van de voorzieningen gebruik kunnen maken.

Zorgwoning

Een zorgwoning, voorheen beter bekend als serviceflat, is een zelfstandige woning die geschikt en bestemd is voor mensen met een fysieke beperking. Voorzieningen die minimaal bij een zorgwoning horen:

  • aanwezigheid van een alarmeringssysteem in de woning;
  • aanwezigheid van een gemeenschappelijk ruimte in het gebouw om te eten of recreëren;
  • de woning en het gebouw beschikken over een drempelvrije toe- en doorgang: alle gangen naar de woning zijn minimaal 1,20 meter breed en er is een lift of hellingbaan bij een drempel hoger dan twee centimeter.

Onder bepaalde voorwaarden mag de verhuurder voor een zorgwoning een toeslag op de maximale huurprijs berekenen. In dat geval wordt het puntenaantal verhoogd met 35%. Deze opslag is een verhoging van de maximaal toegestane huurprijs en is dus géén voorschotbedrag op de servicekosten.