Moeten wij servicekosten bijbetalen?
De verhuurder is wettelijk verplicht om binnen zes maanden na een kalenderjaar een gespecificeerd overzicht te geven van de in rekening gebrachte servicekosten over dat jaar. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen servicekosten die per kalenderjaar worden afgerekend en servicekosten die gaan over een andere periode, bijvoorbeeld van mei tot mei of september tot september. Dergelijke ‘gebroken’ boekjaren zie je vooral bij de afrekening van de stookkosten.
Voor 1 juli
De afrekening over 2020 moet de huurder vóór 1 juli 2021 hebben ontvangen, die over 2021 vóór 1 juli 2022, enzovoorts. Als de afrekening de periode van bijvoorbeeld mei of september 2020 tot mei of september 2021 betreft, moet de afrekening vóór 1 juli 2022 aan de huurder zijn verstrekt, over de periode mei of september 2021 tot mei of september 2022 vóór 1 juli 2023, enzovoorts.
Verzoek aan Huurcommissie
Als de verhuurder de afrekening niet of te laat verstrekt, staat daar helaas niet echt een straf op. In ieder geval mag de verhuurder, zolang de afrekening niet is verstrekt, het voorschotbedrag niet verhogen. Een voorstel daartoe kun je dan dus weigeren. Daarnaast kun je, als je geen afrekening hebt ontvangen terwijl dat wel had gemoeten, een beroep doen op de Huurcommissie. Die stelt dan zo nodig vast wat de servicekosten zijn. Zo’n verzoek aan de Huurcommissie is mogelijk tot 24 maanden na de datum waarop je de afrekening had moeten krijgen.
Afrekening jaren te laat
Als je de afrekening van de servicekosten pas ontvangt als de termijn al is verstreken waarbinnen je een beroep op de Huurcommissie kunt doen, hoef je niet meer bij te betalen. Dit betekent dus dat de verhuurder over de afrekening van het kalenderjaar 2020 geen nabetaling meer kan verlangen. De ‘Huurcommissietermijn’ tot 1 juli 2023 is voorbij. Maar over het boekjaar 2020 – 2021 nog wel. De Huurcommissietermijn daarvoor ‘verloopt’ tenslotte pas op 1 juli 2024.