Minister tempert huurverhoging vrije sector onvoldoende
Vanaf 2023 mogen verhuurders in de vrije sector huurprijzen niet meer verhogen op basis van de inflatie, maar op basis van de gemiddelde loonontwikkeling. Zonder deze wijziging zouden huurders vanwege de hoge inflatie mogelijk ruim 10% meer huur gaan betalen. Wat de loonontwikkeling precies wordt, maakt het Centraal Bureau voor de Statistiek pas in december bekend. Wat niet verandert met de aangepaste ‘Wet maximering huurprijsverhoging’ is dat de maximale huurverhoging 1% hoger mag liggen dan de loonontwikkeling of voorheen de inflatie.
Woonquote moet kleiner
Dat de torenhoge inflatie niet de jaarlijkse huurverhoging in de vrije huurmarkt gaat bepalen komend jaar vindt de Woonbond verstandig en noodzakelijk. Maar beter zou een maximale huurstijging onder de gemiddelde CAO-loonstijging zijn. Want deze wetswijziging van minister De Jonge biedt nog steeds de ruimte om inkomens en huuruitgaven verder uit elkaar te laten groeien door te hoge huurstijgingen. Terwijl voor veel huishoudens deze ‘woonquote’ al te groot is. Ook heeft de minister nergens onderbouwd waar het percentage van +1% vandaan komt.
Sociale huur stijgt minder hard
In de sociale corporatiesector werd eerder al besloten de huren niet meer te laten stijgen dan de gemiddelde CAO-lonen -0,5%. In de Nationale Prestatieafspraken sprak de Woonbond ook af dat een half miljoen huishoudens met een laag inkomen in 2023 huurverlaging krijgen van de woningcorporaties. De Woonbond vindt dat dit ook moet gaan gelden voor sociale huurders bij commerciële verhuurders.
In reactie op de wetswijziging stuurde de Woonbond een brief aan Minister de Jonge en de Tweede Kamer.