Nieuwe warmtewet belangrijke stap voor huurders

De Wet collectieve warmte treedt op 1 januari 2026 in werking. De Wcw gaat de Warmtewet vervangen. Dit gebeurt niet in één keer, maar in fases, omdat er nog een aantal regels uitgewerkt moeten worden. De uitgewerkte regels komen terecht in het Besluit collectieve warmte.
Wet voor warmtenetten en soms voor WKO’s
De Wcw is belangrijk voor huurders die een woning hebben die is aangesloten op een warmtenet of die aangesloten gaan worden. Dit zijn grote en kleinere warmtenetten en kunnen ook WKO’s (warmte-koudeopslaginstallaties) zijn. Warmte die door een verhuurder of Vereniging van Eigenaren wordt geleverd (blokverwarming) valt niet onder deze wet.
Drie grote veranderingen
De drie belangrijkste dingen die in de Wcw geregeld zijn, zijn:
- Dat gemeenten mogen buurten en wijken aanwijzen waar de gemeente wil dat een warmtenet wordt aangelegd.
- Dat elk warmtenet voor meer dan de helft (51% of meer) publiek bezit wordt, bijvoorbeeld doordat de gemeente of provincie eigenaar is.
- Dat de werkelijke kosten die warmteleveranciers maken de prijs van warmte bepalen. De koppeling aan de gasprijs wordt losgelaten.
Gemeenten worden eigenaar
Bewoners die zijn aangesloten op een warmtenet, ook wel stadsverwarming genoemd, kunnen niet kiezen bij welke leverancier zij warmte afnemen. Daarmee heeft het warmtebedrijf een monopoliepositie.
Om te voorkomen dat warmtebedrijven hun macht misbruiken, komen alle warmtebedrijven in publieke handen. Dit betekent dat in veel gevallen gemeenten voor meer dan de helft eigenaar zullen worden van het warmtebedrijf in hun gemeente. Via de gemeenteraad, die door de inwoners van een gemeente wordt gekozen, hebben inwoners dan invloed op hoe het warmtebedrijf in hun gemeente werkt.
Echte prijs van warmte
Op dit moment bepaalt de gasprijs nog een prijs van warmte. De overheid verhoogt elk jaar de gasprijs om mensen te stimuleren steeds minder gas te gebruiken en te kiezen voor duurzamere energie, zoals warmte. Maar door de prijskoppeling wordt warmte ook steeds duurder, en dat is niet logisch en niet eerlijk.
In de nieuwe wet bepalen de echte kosten van warmte (dat wat warmte kost om te maken) de prijs van warmte. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) blijft de maximale tarieven vaststellen. Daarvoor moeten ze inzicht krijgen in de werkelijke kosten die warmtebedrijven maken. Dat inzicht geven warmtebedrijven nu nog nauwelijks, maar met de nieuwe wet moet dat veranderen.
Warmtekosten voor huurders én voor verhuurders
Ook is er voor huurders een belangrijke aanvulling (amendement) bij de Wcw aangenomen: De wet maakt het mogelijk om een onderscheid te maken tussen warmtekosten voor de verbruikers en kosten voor de eigenaar van de woning. Bij kopers is dat dezelfde persoon, maar bij huurders niet.
In de wet kan nu geregeld worden dat de verhuurder een deel van de vaste kosten voor warmte betaalt. Het gaat dan onder andere om de zogenaamde ‘vermeden ketelkosten’. Bij een verwarming op gas betaalt de verhuurder de afschrijving en het onderhoud van de gasketel. Deze kosten heeft de verhuurder niet meer bij een warmte-aansluiting. Deze zitten verwerkt in de totale vaste kosten voor warmte. Het is niet eerlijk dat de huurder deze kosten helemaal betaalt. Nu is dat nog wel zo en dat zorgt voor veel hogere energielasten voor huurders. In de nieuwe wet kan dit anders geregeld worden. Dit wordt nog uitgewerkt in het Besluit collectieve warmte.
Woonbond: belangrijke stap, maar kritisch
De Woonbond vindt de nieuwe wet een goede stap in de energietransitie. Toch blijven we kritisch op de uitwerking van de wet. We vinden het belangrijk dat er een splitsing komt tussen kosten voor huurders en kosten voor verhuurders. Daarnaast is het absoluut niet zeker of de kosten voor warmte – die nu erg hoog zijn – in de nieuwe wet zullen dalen. Ook daar blijft de Woonbond kritisch op.