Meteen naar de content

Ontslagvergoeding heeft wrange gevolgen voor huurders

Huren en geld Voor mensen die huurtoeslag krijgen heeft een ontslagvergoeding vaak wrange gevolgen. Een huurder uit Overijssel kan daarover meepraten. Hij moest de Belastingdienst zelfs méér terugbetalen dan hij netto aan ontslagvergoeding kreeg. Oneerlijk, erkende de rechter. Maar alleen de wetgever kan dat veranderen.

‘Transitievergoeding’. Dat is sinds 2015 de naam voor geld waar je wettelijk recht op hebt als je ontslag krijgt. Doel van die vergoeding is financiële compensatie na baanverlies. En op weg helpen naar nieuw werk. De vergoeding kan bijvoorbeeld voor scholing ingezet worden.

700 euro armer

Een huurder uit Overijssel is van de wal in de sloot geraakt door de transitievergoeding die hij in 2016 kreeg. Als gevolg van die vergoeding werd zijn inkomen over 2016 zo hoog vastgesteld dat hij het recht op huurtoeslag verloor. Daardoor moest hij duizenden euro’s aan huurtoeslag terugbetalen, plus een paar honderd euro zorgtoeslag. Alles bij elkaar is de huurder zelfs slechter af mét transitievergoeding dan zonder. Hij werd er 700 euro armer door.

Vergoeding geen ‘bijzonder inkomen’

Omdat de huurder dit onrechtvaardig vond verzocht hij de Belastingdienst de transitievergoeding op te vatten als ‘bijzonder inkomen’, in de vorm van een ‘nabetaling van inkomsten uit voorgaande jaren’. Op die manier zou de vergoeding niet of maar beperkt meetellen voor zijn recht op huurtoeslag over 2016. En zou hij voor dat jaar alsnog toeslag kunnen krijgen. Maar de Belastingdienst weigerde dat.

Rechter wijst naar wetgever

Tegen die beslissing van de Belastingdienst ging de huurder in beroep bij rechter. Ook daar verzocht hij de transitievergoeding als ‘bijzonder inkomen’ aan te merken. Eind augustus deed de rechtbank in Zwolle uitspraak. Helaas schoot de huurder daar niets mee op. De rechter begreep dat het voor de huurder oneerlijk uitpakte, maar kon er ook niets aan doen. De enige die ervoor kan zorgen dat een transitievergoeding als ‘bijzonder inkomen’ wordt aangemerkt is de wetgever: de regering dus.

Wetsvoorstel haalt scherp randje weg

De wetgever heeft geen plannen om de transitievergoeding voor de huurtoeslag als ‘bijzonder inkomen’ aan te merken. Wel heeft de Tweede Kamer op 11 september een wetsvoorstel aangenomen waarmee de maximale inkomensgrenzen in de huurtoeslag vervallen. Dat zorgt ervoor dat mensen die (bijvoorbeeld door een kleine loonsverhoging) boven de huidige inkomensgrens raken niet meteen álles in hoeven leveren.

Geen compensatie voor baanverlies

Maar ook als die gewijzigde wet van kracht wordt, zullen huurtoeslaggerechtigden een groot deel van hun transitievergoeding zien verdwijnen naar de Belastingdienst. Een financiële compensatie voor baanverlies is de vergoeding dan nog steeds niet. Zolang een transitievergoeding voor de huurtoeslag als ‘gewoon inkomen’ geldt, blijft het zo dat je toeslag moet terugbetalen over het jaar waarin je dat inkomen kreeg.

Woonbond: tijd voor einde aan ongein

Woonbonddirecteur Paulus Jansen noemt het “zeer onrechtvaardig dat transitievergoedingen in de zak van de Belastingdienst verdwijnen.” Bovendien vindt hij dat dit haaks staat op ander rijksbeleid. “De vergoeding is bedoeld om mensen die ontslagen zijn weer aan het werk te krijgen. Als huurders dit geld moeten inleveren zal dat hun kansen op werk juist verkleinen. De Woonbond wil dat er zo snel mogelijk een eind komt aan deze ongein en zal hiervoor gaan pleiten bij Kabinet en Tweede Kamer.”