Meteen naar de content

Wijzig de statuten op tijd

Huurdersorganisatie De statuten van huurdersorganisaties moeten op 1 juli 2026 voldoen aan de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen. Aanpassing is verplicht. Verouderde statuten zijn straks niet meer geldig.

Huurdersorganisaties die zijn georganiseerd als vereniging of stichting hebben tot uiterlijk 1 juli 2026 de tijd om hun statuten in overeenstemming te brengen met de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (Wbtr).

Goed bestuur in statuten

De wet, die sinds 1 juli 2021 bestaat, verplicht verenigingen en stichtingen om ‘goed bestuur’ structureel te regelen in hun statuten. In de statuten moet bijvoorbeeld een schema staan wanneer bestuurders aftreden. Ook moeten er afspraken worden gemaakt over het controleren van elkaars werk (het “vier-ogenprincipe”) en over hoe jullie onderling verantwoording afleggen over financiën. Ook borgt de wet dat het belang van de vereniging voorop staat.

Statuten na deadline niet meer rechtsgeldig

Organisaties die zulke zaken nog niet in hun statuten hebben geregeld, moeten dat vóór de deadline alsnog via de notaris laten vastleggen. Na 1 juli 2026 zijn statuten die in strijd zijn met de wet namelijk niet meer rechtsgeldig.

Online college op 9 oktober

Meer informatie over de statutenwijziging is hieronder te vinden. Ook wordt er op donderdagochtend 9 oktober a.s. in het online college Werkplan en begroting voor huurdersorganisaties aandacht aan besteed.

Vraag en antwoord

Voor wie geldt de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen?

De Wbtr geldt voor álle rechtspersonen, dus ook voor kleine huurdersorganisaties, ongeacht of het bestuur bestaat uit vrijwilligers of betaalde krachten.

Wat moet er precies in de statuten staan?

De Wbtr is bedoeld om ‘goed bestuur’ en toezicht binnen verenigingen en stichtingen te verbeteren. Dat betekent onder andere dat het bestuur als collectief verantwoordelijk is, integer handelt, transparant is, ook onderling, en democratisch besluiten neemt.

In de praktijk houdt dit onder meer in dat afspraken moeten worden vastgelegd over het vier-ogenprincipe (voor ingebouwde controle). Financiële afspraken moeten met het gehele bestuur gemaakt worden, en verantwoording onderling afgelegd. Ook moeten er regels zijn over het omgaan met tegenstrijdig belang als een bestuurslid er een eigen belang op nahoudt; over het tijdelijk of langdurig uitvallen van bestuursleden; en procedures voor de benoeming en het ontslag van bestuursleden, en de stemverhoudingen binnen het bestuur. Geen enkel bestuurslid mag meer stemmen uitbrengen dan de rest samen.

Tot de deadline op 1 juli 2026 mogen deze regels nog op andere manieren worden vastgelegd, bijvoorbeeld in reglementen, maar daarna moeten ze opgenomen zijn in de statuten.

Waar moet je nog meer op letten in de statuten?

Behalve de Wbtr zijn er nog meer redenen om de statuten onder de loep te nemen. Zo voldoen sommige statuten niet aan de Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv). Dat geldt bijvoorbeeld voor stichtingen waarbij de benoeming van het bestuur (door en vanuit de huurders) of de jaarlijkse huurdersvergadering niet statutair is vastgelegd. Ook de wettelijke plicht tot financiële verantwoording binnen twee maanden na afloop van het boekjaar wordt niet altijd correct opgenomen.

Rechters kijken inmiddels kritischer naar de samenstelling van besturen. Niet-huurders als bestuurslid kunnen dan tot juridische complicaties leiden.

Daarnaast kan het aanpassen van de statuten helpen om nieuwe vormen van participatie mogelijk te maken. Denk aan tijdelijke werkgroepen waarin ook huurders van andere verhuurders of woningzoekenden kunnen meedenken en meepraten over bepaalde thema’s. In de statuten moet dan wel worden geregeld hoe deze groepen zich verhouden tot het bestuur en de ledenvergadering. Tot slot is elektronisch vergaderen en stemmen sinds de coronapandemie meer geaccepteerd en voor veel organisaties zelfs wenselijk. Dat blijkt een mooie aanvulling te zijn op de statuten. Vooral bij grotere organisaties of bij een spreiding over meerdere gemeenten maakt het digitale overleg betrokkenheid en raadpleging eenvoudiger en aantrekkelijker. Zeker voor jongere of werkende leden betekent het dat zij gemakkelijker kunnen aansluiten.

Wie betaalt de notariskosten?

Omdat het hier een wettelijke verplichting betreft, adviseert de Woonbond om afspraken te maken met de verhuurder over vergoeding van de notariskosten. Deze kosten kunnen als eenmalige post worden opgenomen in de begroting.

Hoe kan de Woonbond helpen?

De Woonbond heeft bij de invoering van de Wbtr een uitgebreide handreiking geschreven en de modelstatuten aangepast. Beide zijn beschikbaar via Mijn Woonbond op de website. Bestuursleden van lidorganisaties kunnen voor meer informatie ook terecht bij hun consulent, bijvoorbeeld voor een Wbtr-check.

Let op: de deadline van 1 juli 2026 komt snel dichterbij. Begin dus op tijd met de voorbereiding.