De Kamer nam een motie aan om huurders bij Prinsjesdag te compenseren voor hogere woonlasten. Die lasten stegen doordat de door het kabinet beloofde huurbevriezing en de verhoging van de huurtoeslag door de ‘boodschappenbonus’ niet doorgingen. 

Toch trekt het kabinet geen extra geld uit om huurders te compenseren. Ook komt het niet met maatregelen om een nieuwe hoge huurstijging in 2026 te voorkomen. 

Het kabinet herstelt alleen de ingeboekte bezuiniging op de huurtoeslag die het gevolg was van de huurbevriezing. Nu de huurbevriezing niet doorgaat kost dat de staatskas meer huurtoeslag. Maar veel huurders ontvangen geen huurtoeslag, en voor wie die wel krijgt, dekt de toeslag maar een deel van de gestegen huur. In 2025 gingen de huren zelfs met vijf procent omhoog. Dat raakt huurders hard in de portemonnee.  

Laat huurders niet opnieuw vallen

De aangenomen motie riep de regering op om huurders structureel te compenseren op Prinsjesdag.  Dat is niet gebeurt. De Woonbond roept de Kamer op dit alsnog af te dwingen. Minister Keijzer zit in ieder geval nog aan de knoppen als de huurverhoging voor 2026 voor de sociale sector wordt vastgesteld. Volgens de Woonbond kan zij huurders, na meer dan 10 procent huurverhoging in twee jaar, niet opnieuw laten vallen.  

Rem op huurverhogingen

Een volgend kabinet moet een duidelijke rem zetten op de huurverhogingen. Dat voorkomt ook dat corporaties en verhuurders vervolgens weer tegen reparaties aanlopen van de gestegen huren waardoor de huurontwikkeling voorspelbaarder wordt.  

Woonbonddirecteur Zeno Winkels: ‘Dit kabinet beloofde veel, maar leverde niks. Historisch hoge huurverhogingen, geen aanpak om het tekort aan betaalbare huurwoningen op te lossen en geen investeringen  inde nieuwbouw van sociale huurwoningen. Het kabinet schoot op al deze fronten tekort.’  

Robuust woonbeleid en investeren in volkshuisvesting

De Woonbond vindt dat een nieuw kabinet integraal moet kijken naar de woningmarkt. Nu gaat er via de hypotheekrenteaftrek en het lage eigen woningforfait al veel geld naar woningeigenaren die dat vaak niet nodig hebben. Zij besteden een veel kleiner deel van hun inkomen aan wonen dan huurders. Daarom moet er geïnvesteerd worden in betaalbare nieuwbouw en het betaalbaar houden van huren. 

Winkels: ‘Huurders en woningzoekenden hebben niks aan geroep voor de bühne. Kom met robuust woonbeleid en investeer in volkshuisvesting.’