Meteen naar de content

Wet maatschappelijke ondersteuning

Huren en recht Met de vernieuwde Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in 2015 werden gemeenten verantwoordelijk voor ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking.

Onder de Wmo vallen hulp en voorzieningen als:

  • Huishoudelijke hulp, zoals hulp bij opruimen, schoonmaken en ramen zemen;
  • Aanpassingen in de woning, bijvoorbeeld een traplift of een verhoogd toilet;
  • Vervoer in de regio, voor mensen die slecht ter been zijn en niet met OV kunnen reizen;
  • Hulpmiddelen, zoals een rolstoel als die voor langere tijd nodig is;
  • Maaltijdverzorging, ook wel warme maaltijdvoorziening of tafeltje- dekje genoemd;
  • Maatschappelijke opvang, bijvoorbeeld blijf-van-mijn-lijfhuizen en daklozenopvang;
  • Ondersteuning van mantelzorgers.

Woningaanpassing in de Wmo

Huurders met een beperking kunnen sinds 2015 zonder toestemming van de eigenaar hun huurwoning (laten) aanpassen. Het gaat dan om een toegekende voorziening die ervoor zorgt dat je met een beperking goed thuis kunt blijven wonen. Dat kan bijvoorbeeld een traplift zijn. Of een aanpassing om de woning rolstoeltoegankelijk te maken.

In natura of PGB

De gemeente kan besluiten de woningaanpassing te regelen. Of kan een persoonsgebonden budget (PGB) voor de woningaanpassing toekennen, waarna de huurder de aanpassing zelf regelt. Als de gemeente kiest voor uitkering van een PGB gaat het geld direct naar de huurder. Vóór de Wmo van 2015 werd het geld voor woningaanpassing aan de eigenaar uitgekeerd.

Eigenaar kan aanpassing niet blokkeren

De eigenaar van de woning moet de woningaanpassing toestaan. Als huurder hoef je de aanpassing niet ongedaan te maken na beëindigen van het huurcontract en hoef je de verhuurder ook niet financieel te compenseren. De eigenaar heeft wel het recht om gehoord te worden door de gemeente voordat de woningaanpassing een feit is. Maar omdat er geen toestemming meer nodig is van eigenaren kunnen woningaanpassingen die volgens de gemeente noodzakelijk zijn niet meer geblokkeerd worden.

Aanvraag aanpassing niet altijd goedgekeurd

Gemeenten beoordelen aanvragen voor een woningaanpassing in de regel kritisch. Ze keuren een aanvraag dus lang niet altijd goed. Als de aanvraag wel wordt goedgekeurd, vergoedt de gemeente vaak de goedkoopst adequate oplossing. Als een woningaanpassing erg duur uitvalt, kan de gemeente beslissen dat de ‘goedkoopst adequate oplossing’ verhuizing naar een meer passende woning is. Er wordt dan geen woningaanpassing toegekend, maar vaak wel een tegemoetkoming in de verhuiskosten.

Soms is zelf laten doen beter

Soms kan het goedkoper, sneller en beter zijn om eenvoudige aanpassingen zelf te (laten) doen, zoals aanbrengen van beugels in badkamer en toilet. Je betaalt de kosten dan zelf, maar hoeft naderhand ook geen eigen bijdrage te betalen.

Huurdersorganisaties en de Wmo

In veel gemeenten zijn Wmo-raden actief. Voor huurdersorganisaties die aan de slag gaan met wonen en zorg is het verstandig om contact te leggen met de Wmo-raad. Om ervaringen en kennis te delen over bijvoorbeeld woningaanpassingen. Wmo-raad en huurdersorganisatie kunnen samen kijken naar het gemeentebeleid en de uitvoering van woningaanpassingen. Gebeurt dit zorgvuldig? Als bewoners moeten verhuizen, zijn er dan voldoende geschikte woningen beschikbaar? Kunnen ze in de buurt blijven van hun sociale contacten en misschien ook mantelzorgers? Krijgt de bewoner hierin de juiste begeleiding?