Belangenbehartiger
De Woonbond komt op voor de belangen van huurders. We staan voor betaalbare huren, goede woningen in leefbare wijken en sterke huurdersorganisaties. Wat hebben we de afgelopen jaren voor u bereikt?
SuccessenDe Warmtewet geldt sinds 2014 voor alle afnemers van collectieve warmte. Helaas leverde de toepassing van de Warmtewet in de praktijk veel knelpunten op, en bij blokverwarming vaak hogere kosten voor huurders. Daarom werd in 2018 een aanpassing van de Warmtewet aangenomen. Deze gewijzigde Warmtewet is voor een deel per 1 juli 2019 van kracht. Het andere deel is sinds 1 januari 2020 van kracht.
Er is sprake van collectieve warmtelevering als de warmte voor de verwarming en/of warm tapwater van buitenaf komt (dus niet via een ketel in de woning zelf) en voor meerdere woningen tegelijk wordt geleverd. Bekende vormen zijn:
De Warmtewet geldt sinds 2014 voor alle collectieve warmtelevering. De wet stelt een maximumprijs voor het vastrecht en voor het verbruik. Daarnaast stelt de Warmtewet eisen aan de bemetering van de warmte en de leveringszekerheid. Er is veel kritiek op de hoogte van maximumtarieven. Deze zouden niet hoger moeten zijn dan bij een individuele ketel (het zogenaamde 'Niet-Meer-Dan-Anders principe'), maar in de praktijk ervaren bewoners wél hogere warmtekosten. Deze en andere kritiek heeft er toe geleid dat de wet in 2018 is gewijzigd en niet meer voor alle afnemers van collectieve warmte geldt.
De warmtekosten worden dan gebaseerd op de wettelijke regels voor de servicekosten. Daarvoor geldt dat alleen redelijke kosten in rekening gebracht mogen worden. In de praktijk betekent dit dat de verhuurder alleen de werkelijke kosten in rekening mag brengen. Vergoeding voor de installatie (onroerende delen) valt daar niet onder. De verhuurder zal ook de kosten moeten specificeren, als de huurder daar om verzoekt. Een huurder kan overigens nog steeds verzoeken om een individuele warmtemeter, tenzij dat technisch onmogelijk is.
Alle huurders die warmte afnemen van een warmteleverancier die niet volledig in handen is van de verhuurder, en die ook geen warmte afnemen van de VvE, vallen nog steeds onder de Warmtewet. Denk bijvoorbeeld aan stadsverwarming die geleverd wordt door energiebedrijven als Vattenfall (voorheen NUON) en Essent. In die gevallen blijft de Warmtewet gelden. Die bepaalt dat het vast en variabel warmtetarief niet hoger mag zijn dan de maximale tarieven uit de Warmtewet. Daarbij is geen toets mogelijk op de werkelijke kosten.
De belangrijkste wijzigingen per 1 januari 2020 volgens de nieuwe Warmtewet zijn:
Nieuw zijn maximale tarieven voor afleversets. Voor de meest voorkomende type (CW-4) is dat: € 126,19. Er werd altijd al een tarief in rekening gebracht, gemiddeld lag dat rond de €183,00.
Nieuw is ook een maximaal tarief voor koude die samenhangt met de levering van warmte, dat bedraagt €236,80. Ook de levering van warmte die niet direct geschikt is voor verwarming en die dus nog door een warmtepomp verhoogd wordt heeft nu een maximaal tarief en bedraagt: € 261,03.
Op de website van de ACM zijn meer details te vinden over de nieuwe Warmtewet en de nieuwe tarieven.
Als er geen individuele GJ-warmtemeters zijn (radiatormetertjes vallen daar niet onder) zal meestal het interne leidingnet en de installatie in bezit zijn van de verhuurder of VvE. Het is in alle gevallen wenselijk om bij complexen met interne warmteleidingen te komen tot een verdeling van de kosten waarbij een flink deel van de gebruikskosten volgens een vaste voet wordt verdeeld. Zo voorkom je dat bewoners aan de boven- of buitenkant van een complex te veel betalen. Een veelgebruikte redelijke verdeling van de totale kosten is bijvoorbeeld:
Met het vervallen van de Warmtewet voor veel huurders moet hierover een nieuw besluit worden genomen, waarop de huurders instemmingsrecht hebben.
Huurders die onder de Warmtewet vallen kunnen met klachten en geschillen over de warmtelevering terecht bij de Geschillencommissie Energie. Huurders die niet meer onder de Warmtewet vallen kunnen met hun geschil over de afrekening van de warmte (via de servicekostenprocedure) terecht bij de Huurcommissie.
De Woonbond komt op voor de belangen van huurders. We staan voor betaalbare huren, goede woningen in leefbare wijken en sterke huurdersorganisaties. Wat hebben we de afgelopen jaren voor u bereikt?
SuccessenVragen over huren of problemen met je verhuurder? Woonbondleden vragen advies bij de Huurderslijn (020-551 77 55).
Een goed geïnformeerde huurder krijgt meer voor elkaar! De Woonbond heeft tientallen brochures over de rechten van huurders en huurdersorganisaties. Je bestelt ze in onze webwinkel.
webwinkel