De bond heeft berekend wat het huidige verschil in gemiddelde huurprijs bij corporaties en private verhuurders van sociale huurwoningen is aan de hand van de huurprijzen per segment volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Respectievelijk gaat dat om gemiddeld € 607,- (corporaties) en € 688,- (private verhuurders). Met een huurverhoging van maximaal 5% in 2025 en een geraamde huurverhoging van 3,5% in 2026, loopt het gat tussen huurders in de verschillende sectoren dus verder op. Terwijl ook hier veel mensen huren met een krappe beurs.

Oproep aan minister: voorkom rechtsongelijkheid

De Woonbond roept minister Keijzer op om sociale huurders gelijk te behandelen en ook in de private huursector een huurbevriezing te laten gelden. Niet alleen zijn deze huurders ook gebaat bij huurbevriezing en betalen ze nu al meer huur voor woningen van vaak minder kwaliteit, ook creëert de minister rechtsongelijkheid door sociale huurders ongelijk te behandelen. De wettelijke bescherming tegen hoge huurverhogingen wordt dan afhankelijk gemaakt van het type verhuurder. 

In 2021 ook huurbevriezing álle sociale huurders

Toen er in 2021 een huurbevriezing werd doorgevoerd was dat dan ook voor alle sociale huurders, in de private én de corporatiesector. 

Controleer in welk segment je huurt

Of je huurwoning een sociale huurwoning is, hangt af van de huurprijs tijdens start van de huur. Alleen als deze onder de sociale huurgrens lag, gaat het om een sociale huurwoning. In 2024 ligt die sociale huurgrens op € 900,07. De Woonbond heeft een online check waarmee huurders kunnen controleren in welk segment (sociaal, middenhuur of vrije sector) ze huren.