Minder huurbescherming
Het huurrecht is geregeld in Burgerlijk Wetboek 7 (artikel 201 tot en met 282). Deze wetsartikelen over huur(prijs)bescherming zijn grotendeels van ‘dwingend recht’. Dat betekent dat er niet van afgeweken mag worden, ook niet in een huurcontract. Afwijkende bepalingen zijn dan niet geldig. De huurder met een reguliere huurovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft volledige huurbescherming. Voor tijdelijke huurders geldt (een deel van) de huurbescherming niet.
Tijdelijke contracten
De wet kent een aantal uitzonderingen op het huurrecht die de huur(prijs)bescherming van het huurcontract voor onbepaalde tijd deels uitschakelen. Hierdoor zijn verschillende vormen van tijdelijke verhuur met beperkte huurbescherming mogelijk. In de praktijk komen voor:
- Tijdelijk contract onder de Leegstandwet
- Huurcontract voor bepaalde tijd (tussenhuur)
- Huurcontract ‘naar aard van korte duur’
- Campuscontract
- Contract voor kamer(s) bij de verhuurder in huis
- Shortstayovereenkomst
- Bruikleen of antikraak
- Tijdelijk contract zelfstandige woning (sinds 1 juli 2016)
- Tijdelijk contract kamers (sinds 1 juli 2016)
- Tijdelijk contract grote gezinnen (sinds 1 juli 2016)
- Jongerencontract (sinds 1 juli 2016)
De Tweede Kamer wil de tijdelijke contracten die in juli 2016 zijn ingevoerd weer afschaffen.