Meteen naar de content

Huurbescherming bij kamerhuur

Huren en recht Huurbescherming wil zeggen dat de verhuurder je alleen uit je kamer kan zetten na toestemming van de rechter. Je verhuurder kan toestemming vragen aan de rechter als de huur schriftelijk en aangetekend is opgezegd en jij daar zes weken later nog niet op hebt gereageerd. Of als je hebt laten weten dat je niet met de opzegging akkoord gaat. Als huurder hoef je in dit geval nooit zelf naar de rechter te stappen. De verhuurder moet bij de rechter om beëindiging van de huurovereenkomst vragen.

Een verhuurder kan je maar op een beperkt aantal gronden uit je kamer zetten. Dat is wettelijk zo vastgelegd. Zegt je verhuurder de huur op en wil je niet van je kamer af? Win dan gedegen advies in bij de Huurderslijn van de Woonbond. Blijf altijd de huur gewoon doorbetalen en kom je andere verplichtingen ook na. Doe je dat niet, dan gooi je wellicht je eigen glazen in.

Opzeggingsgronden

De rechter zal een verzoek tot beëindiging van de huurovereenkomst alleen in de volgende gevallen toewijzen:

  1. Je gedraagt je niet als een goed huurder. Je betaalt bijvoorbeeld enige maanden de huur niet, je woont het huis uit of je bezorgt ernstige overlast aan omwonenden.
  2. Je hebt de kamer voor bepaalde tijd (tijdelijk contract) gehuurd en die is voorbij.
  3. De verhuurder heeft de kamer dringend nodig voor eigen gebruik. Bijvoorbeeld om er zelf in te gaan wonen. Of omdat verhuurder een renovatie wil uitvoeren die alleen mogelijk is als de huurovereenkomst wordt beëindigd.
  4. Je hebt een een zogenaamd ‘campuscontract‘. In die huurcontracten staat dat je binnen een bepaalde periode, bijvoorbeeld één of twee jaar, van je kamer moet zijn als je niet meer als student staat ingeschreven. De verhuurder kan de rechter inschakelen om je uit je kamer te zetten als je toch in je kamer blijft wonen na de in het contract genoemde termijn.
  5. Je weigert een ‘redelijk aanbod’ om een nieuwe huurovereenkomst te sluiten voor dezelfde kamer. Dit aanbod mag niet gaan over de hoogte van de huurprijs en/of de servicekosten.
  6. De bestemming van het pand waarin je woont is in strijd met een definitief vastgesteld bestemmingsplan. En de verhuurder moet het pand volgens dit bestemmingsplan gaan gebruiken. Volgens dit plan zou er bijvoorbeeld op de plek waar jouw pand staat, een kantoorpand of een groenvoorziening moeten zijn.

Dringend eigen gebruik

Ook een studentenhuisvester – een verhuurder die als doelstelling heeft om studenten te huisvesten – kan de opzeggingsgrond ‘dringend eigen gebruik’ aanvoeren als je nog in een specifiek voor studenten bedoeld pand woont terwijl je al geruime tijd niet meer studeert. Er moet dan wel in je huurcontract staan dat de kamer weer aan een student zal worden verhuurd. De rechter zal beoordelen of het belang van de verhuurder zwaarder weegt dan dat van de kamerbewoner. Je hebt in dat specifieke geval geen recht op vervangende woonruimte. Wel kan de rechter besluiten dat de verhuurder (een deel van) de verhuis- en herinrichtingskosten aan je moet vergoeden.