Meteen naar de content

Twijfel over energielabels in complex of wijk

Goed en veilig wonen Soms zijn er twijfels over de juistheid van de energielabels van gehele wooncomplexen of wijken. Bewonerscommissies en huurdersorganisaties kunnen verschillende zaken controleren om na te gaan of de twijfel gegrond is.
Energielabel huurwoning

Model voor bepalen energielabel

Een energielabel wordt gemaakt volgens een bepaald model. Vanaf 2021 is dat het NTA 8800. Een labelaar volgt een strikt aantal stappen uit om te komen tot een modelmatig bepaalde waarde (aantal kWh/m2) die de basis vormt voor het energielabel. Oppervlaktes en overige kenmerken spelen daarbij een grote rol, maar het is geen echte doormeting van de woning. Gemiddeld genomen klopt zo’n label wel, maar het kan wel zijn dat er twijfel is. Kieren, tocht, slechte afwerking en inregeling worden niet meegenomen.

Feitelijke onjuistheden in het energielabel

Het kan zijn dat er fouten in het energielabel zitten, bijvoorbeeld onjuiste opmetingen of meegenomen kenmerken. Dat kan alleen op per individuele woning gecontroleerd worden. Dit kan de huurder voor zijn woning nagaan via MijnOverheid.nl.

Energielabel vs. comfort en gasverbruik

Het energielabel zegt niets over naden en kieren, tocht, hoe isolatie is aangebracht en afgewerkt, en hoe systemen zijn ingeregeld. Daardoor kan een woning oncomfortabel zijn en/of het energieverbruik hoog, terwijl het energielabel feitelijk wel klopt. Bovendien speelt ook het gedrag van de bewoner en de omgeving van de woning een rol in het energieverbruik.

Hoog, gemiddeld en laag gasverbruik bij label

Er is geen eis aan hoeveel energie je feitelijk gebruikt bij een bepaald energielabel. Er bestaat echter wel een indicatie voor hoog, gemiddeld en laag gasverbruik in een sociale huurwoning met een bepaald energielabel:

Woning met oppervlakte kleiner dan 70m2

labelhooggemiddeldlaag
A+950630310
A1.050700350
B1.140760380
C1.260840410
D1.370920460
E1.450970490
F1.5801.050530
G1.6301.090550
Gasverbruik (in 2018) in m3 voor sociale huurwoningen kleiner dan 70 m2 (zie oppervlakte op WOZ waardeloket)

Woning met oppervlakte 70 tot 90 m2

labelhooggemiddeldlaag
A+1.060730390
A1.120760410
B1.340920490
C1.5701.070580
D1.6801.220750
E1.7501.260780
F1.8701.350830
G1.8901.370840
Gasverbruik (in 2018) in m3 voor sociale huurwoningen tussen 70 en 90 m2 (zie oppervlakte op WOZ waardeloket)

Woning met oppervlakte groter dan 90 m2

labelhooggemiddeldlaag
A+1.280910550
A1.370970580
B1.5801.130680
C1.7801.270760
D1.8801.390900
E2.0101.490960
F2.0301.500970
G2.0501.510980
Gasverbruik (in 2018) in m3 voor sociale huurwoningen groter dan 90 m2 (zie oppervlakte op WOZ waardeloket)

Als bij een grotere groep woningen met een vergelijkbare bouw en energielabel een duidelijk hoger gasverbruik bestaat dan passend bij het energielabel, kan dat wijzen op een mogelijk probleem met de woningen.

Gasverbruik van groep woningen

Netwerkbedrijven registeren het gas- en stroomverbruik van woningen. Vanwege de privacy van individuele huishoudens rapporteren zij deze cijfers op postcodeniveau. Dit betekent dat de netwerkbedrijven het gemiddelde gas- en stroomverbruik van de woningen met dezelfde postcode (4 cijfers, 2 letters) invoeren in een openbare database. De gegevens van zo’n groep woningen zijn te vinden op de website van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

Onderzoek of het gasverbruik afwijkt

Onderzoek of het gasverbruik voor zo’n groep woningen opvallend sterk afwijkt van de bovenstaande tabel. Als dat zo is, dan is er een indicatie dat er iets aan de hand is met deze woningen wat niet zichtbaar is in de het energielabel. Het is echter geen definitief bewijs dat het energielabel niet klopt. Individueel gedrag, maar ook de ligging in het land hebben ook een grote invloed.

Advies aan verhuurders

De Woonbond pleit ervoor bij de aanpak van energiearmoede niet alleen te focussen op de energielabels. Het is wenselijk om ook te kijken naar het energieverbruik (gas) bij complexen. Als die opvallend hoog zijn, dan is verduurzaming daar wenselijk ongeacht het energielabel. Die woningen behoren – naast woningen met een E-, F- of G-label – ook prioriteit te krijgen. Een huurdersorganisatie kan dit meenemen in de prestatieafspraken op het gebied van verduurzaming.